Hoe kijkt journalist terug op undercoveractie als dakloos persoon?
Naar aanleiding van de stijgende aantallen daklozen en de zoveelste belofte van de overheid om alle daklozen van de straat te halen, wilde journalist Coco Gubbels in 2010 weten wat er schuilging achter die cijfers: de mensen, hun verhalen. Twaalf jaar later blikt ze terug op haar undercoverperiode op straat. Hoe kijkt zij terug op deze periode? Welke lessen neemt ze na zoveel jaar nog mee? Een reflectie op verslaggeving vanuit het veld.
Door Coco Gubbels
Het is inmiddels meer dan tien jaar geleden dat ik met een tas, tandenborstel, t-shirt en wat schoon ondergoed de deur achter me dichttrok, de sleutel van mijn huis aan een koordje om mijn nek onder mijn shirt hing en richting het centrum van Utrecht reed met de bus. Zo begon mijn onderzoek naar hoe het moet zijn om dakloos te worden. Undercover gaan leek me de ultieme manier om te ervaren hoe het is om dakloos te zijn.
Dit klinkt in eerste instantie heel gaaf: undercover gaan. En ik was dan ook gespannen en nieuwsgierig naar waar ik terecht zou komen, wat ik mee zou gaan maken. Maar zes weken een dubbelleven leiden, over je schouders kijken, continu alert zijn en nauwelijks een oog dichtdoen, heeft er flink ingehakt. Nu nog kijk ik met gemengde gevoelens terug op die periode. Zeker toen ik hoorde dat enkele daklozen met wie ik weken optrok verbolgen bleken over mijn verslag.
Going native
In de drie weken in Utrecht en drie weken daarna in Den Haag dat ik me begaf onder dak- en thuislozen in de dag- en nachtopvang heb ik vooral heel veel gekeken en geluisterd naar mensen. Van mannen die er goed verzorgd uitzagen en ’s morgens de straat op gingen met een laptoptas en een lunchbox tot aan een verwarde man die nauwelijks in de gaten had waar hij was. Het leek een antropologische veldstudie waarbij ‘going native’ hier een vreemde invulling had gekregen: meedoen met de lokale bevolking om te ervaren hoe iets is, maar dan in mijn eigen land en niet in Verweggistan op een ander continent.
Ondanks deze manier van werken, het veranderen van hun namen en soms zelfs aanpassen van uiterlijke kenmerken in mijn verslagen, hebben enkele mensen in Utrecht hun beklag gedaan bij de leiding van zowel de nacht- als de dagopvang waar ik samen met hen verbleef. Niet zozeer mijn verhaal, maar vooral het gegeven dat ik me anders had voorgedaan dan wie ik was, zat hen dwars. Het vertrouwen was geschonden: ze hadden me opgevangen, geadviseerd, begeleid en meegenomen in hun wereld. Zonder te weten dat ik journalist was. Enkele weken later is in overleg met de opvang gekozen om geen gesprek aan te gaan met deze mensen, omdat die emoties enerzijds al weer waren gezakt en anderzijds omdat ook de opvang eigenlijk niet zo blij was met deze (onaangekondigde) manier van werken.
Zelf bleef ik met een verdrietig gevoel achter: ik had ze zo graag willen bedanken voor al die wijze lessen, de warmte en manier waarop ook de opvang in Utrecht mij had ontvangen. Van de jongeren die ik na mijn undercover ontmoette, leerde ik dat er bij de meeste van hen al een hele geschiedenis aan vooraf was gegaan met problemen die uiteindelijk hebben geleid tot dak- of thuisloosheid. Elk verhaal kent een unieke, verdrietige samenloop van omstandigheden die geresulteerd hebben in een zwervend bestaan met schaamte, schulden en veelal psychische last. Ook zij hebben al vele kastjes en muurtjes gezien, waarbij voor het ene ze te jong en het andere ze te oud waren, wachttijden voor hulp lang zijn en beloftes worden gemaakt die niet nagekomen (kunnen) worden. Vaak is het vertrouwen in volwassenen, ouders, overheid en dus ook journalisten ver te zoeken door wat er allemaal al gebeurd is.
Respect
Omdat ik al een keer het vertrouwen had geschonden van mensen die me in korte tijd dierbaar waren geworden, heb ik me daarna altijd voorgesteld als journalist. Ook wilde ik altijd meteen duidelijk maken wat mijn doel was en waarom ik graag met hem of haar wilde kennis maken. Vertrouwen is alleen te winnen door veel tijd met ze door te brengen en dat heeft een journalist niet altijd. Daarom is het gebruik maken van ervaringsdeskundigen een kortere weg, maar ook niet meteen een quick fix.
Inlezen en de context eigen maken is cruciaal als het gaat om de meeste onderwerpen, maar bij deze helemaal. Hier is geen korte slag te maken, hier loop je niet naar binnen voor een snelle, kekke quote. Om recht te doen aan de vaak heftige verhalen is het aan de journalist om respectvol om te gaan met de persoon om wie het gaat. Een empathische benadering begint met luisteren, kost tijd en moeite, maar dat kan persoonlijke, emotionele, maar ook bijzondere verhalen opleveren. Het zijn gewoon jongeren die een afslag gemist hebben of net vette pech hebben gehad. Ze luisteren graag naar muziek, willen ook vrienden en leuke dingen doen, net als alle andere jongeren.
De meeste jongeren willen niet beginnen met vertellen over die vervelende periode of over de problemen die ze hebben. Menselijk contact verloopt beter als het gaat over dingen waar men zich trots over voelt of blij van wordt. Als er voldoende vertrouwen is, volgen die lastige onderwerpen vanzelf. Maar het kost tijd en moeite om je voor te bereiden en te verdiepen in dit onderwerp en je gesprekspartner. Dat maakt het schrijven over deze groep wellicht tijdrovend en soms lastig, maar ook juist heel erg boeiend.
Heb ik er spijt van? Nee, zeker niet. Het was een boeiende periode, ik heb nog steeds contact met bepaalde mensen en ik hou ze allemaal een beetje in de gaten. Als je bereid bent om te kijken, om te luisteren, dan ben je in staat om achter de façade hele mooie en boeiende karakters te ontdekken die je nog lang bijblijven. Ook dat is journalistieke engagement.
Coco stelde een lijst tips op voor betere beeldvorming voordat je als journalist met een dak- of thuisloze jongere gaat praten.
Het Beelddepot, onderdeel van het Bouwdepot, ontwikkelt een beeldbank samen met persfotografen, illustratoren, en ervaringsdeskundigen. Deze beeldbank zal gevuld worden met realistische foto’s van het leven van dak- en thuisloze mensen. Ook gaan we in gesprek met mediamakers en journalisten en fotografen in opleiding om hun rol in beeldvorming te bespreken en samen toe te werken naar een betere representatie.